08 december 2012

Oddo - A framework for teaching business ethics (bespreking)

Oddo, A.R., A Framework for Teaching Business Ethics, in: Journal of Business Ethics, Februari 1997, Volume 16:3, pp 293-297

In A Framework for teaching Business Ethics geeft Alfonso R. Oddo een beknopt overzicht van methoden en problemen die in de praktijk kunnen worden onderkend om bedrijfsethiek te doceren. Het artikel leunt hiermee methodisch op meerdere onderzoeken. Ondanks dat 1997 reeds ver achter ons ligt, is het een interessant artikel om te lezen. Het artikel wordt daarnaast - om juist om die reden? - veelvuldig geciteerd. Mogelijk ook omdat het een van de eerste artikelen was dat zo bondig een overzicht gaf van mogelijk aanpakken, methodes (frameworks) en onderzoeksvragen binnen/t.a.v. ethiekonderwijs. Desciptieve en prescriptieve ideeën van Oddo lopen hierbij losjes in elkaar over.

De belangrijkste bevindingen / ideeën:

I. Ethiekonderwijs wordt soms apart gedoceerd (als een apart vak), soms geïntegreerd met andere vakken (boven de 50%) en soms op beide manieren. Het apart doceren heeft als nadeel dat studenten het geleerde niet incorporeren bij andere vakken. Het wordt door de student dan enkel gezien als een apart vak dat gegeven wordt en dus behaald moet worden. Het geïntegreerd doceren van ethiek - dus samen met andere vakken - heeft daarentegen weer als valkuil dat niet-ethici zich niet geëquipeerd genoeg vinden om het ethische te bespreken. Ethiek moet in ieder geval - zo stelt Oddo - gezien worden als een "add on" in een reeds vol curriculum. Niet ethiek-docenten moet zich ondertussen niet gehinderd voelen door een "gebrek" aan kennis. Juist alle docenten binnen een faculteit moeten waar relevant studenten attenderen op de ethische implicaties van bedrijfskundige beslissingen. En waar mogelijk vragen hoe studenten hier zelf mee om zouden gaan gebruik makend van een bepaalde ethisch framework, mogelijk inclusief hun persoonlijke waarden.

II. Otto onderscheid vervolgens de vijf aanpakken (frameworks) die in de praktijk onderkend kunnen worden qua methode.
(1) Ten eerste zie je in de praktijk de traditionele aanpak waarbij een ethicus/filosoof het ethische / filosofische doceert - denk aan name de standaard ethische theorieën - om waar mogelijk een verbinding te leggen het bedrijfsmatige. Voor het beeld: in deze aanpak is er een filosofiehoogleraar die vanuit de faculteit Wijsbegeerte wordt ingevlogen om "iets aan ethiek te doen".

(2) De tweede aanpak is die van het vooropstellen van een bepaalde traditie - Oddo beschrijft de Vincentiaanse spirituele traditie - om vervolgens de studenten te laten vaststellen in hoeverre hier aan voldaan wordt.Vragen die dan gesteld kunnen worden:

Does a particular business policy promote the rights and dignity of the human person? Is a business decision sensitive to the needs of the poor?

(3) In de derde aanpak wordt een beroep en vaker meer specifiek een beroepscode die afkomstig is van een beroepsvereniging vooropgesteld. Een dergelijke code bestaat grofweg vaak uit twee delen: de principes en de concrete regels. De studenten worden door de docent bevraagd of in een casus of zij in hun eigen handelen voldoen aan de code en wanneer de code wringt: qua regels of qua principes. Terzijde, maar ook anno 2012 wordt deze aanpak nog steeds gebruikt en dan met name in de meer regel-geörienteerde beroepen (denk aan de gedragsregels voor de advocatuur of voor notarissen).

(4) Waar beroepsregels en codes ontbreken kan een bedrijfscode helpen. De aanpak is verder gelijk aan onder 3. Voor beide aanpakken geldt echter dat de student bewust moet worden van de aanwezigheid van dergelijke gedragscodes en deze meenemen in hun beslissingsproces. Een specifieke code is minder belangrijk als wel het proces dat studenten - en hiermee de toekomstige leiders - hanteren.

(5) Tot slot kan de ethiekdocent gericht zijn op de persoonlijk waarden die studenten bewust en onbewust omarmen. Deze aanpak heeft voor Oddo de voorkeur -en komt voort uit de doelstelling die Oddo stelt voor ethiekonderwijs:
In any case, the goal of teaching ethics in the business class should be to get students to recognize ethical issues and to apply their own personal values to resolve the issues. The stage of development of the students’ values, or the likelihood that their values can be influenced is irrelevant, since the goal is to apply, not to change values (p. 296)

Ethiekonderwijs moet niet gericht zijn op het veranderen van de waarden die studenten omarmen maar om het toepassen. De vraag of met het bereiken van een bepaalde leeftijd waarden nog veranderd kunnen worden (kan een student ineens eerlijk worden) is volgens Oddo dan ook irrelevant:


More importantly, the primary reason for discussing ethical issues in the business classroom is for the students to develop a process which considers the ethical implications of business decisions. The particular case is not as important as the fact that ethical issues are considered and become part of the business decision-making process (p. 296).
Oddo zou waarschijnlijk ook  - al wordt dit niet uitgesproken - het idee omarmen dat je als ethiekdocent casuïstiek gebruikt die los staat van het beroep waarvoor de student wordt opgeleid. De casus is immers niet meer dan een middel. Waarschijnlijk zou Oddo dit ook vinden van de andere vier frameworks: ook deze zijn waardevol indien deze helpen bij het vormen van het beslissingsproces. De nadruk ligt echter op de persoonlijk waarden.


Conclusie
A framework for teaching business ethics is een klein, toegankelijk artikel waarin Oddo kiest voor een beslissingsprocesmatige insteek van ethiekonderwijs. Het doel is om zo goed mogelijke beslissingen te maken. Wat goed is, wordt niet inhoudelijk bepaald maar enkel procesmatig. Dit werkt goed bij echte dilemma's waar het niet direct duidelijk is wat het juiste is. Ook Oddo erkent dit door de verwijzing naar Andrews (1989):  "Business executives often must rely on their own judgement in making a decision involving infinitely debatable issues" en Parks (1986): "It has been argued that the primary goal of ethics courses should not be to teach the difference between right and wrong, but rather to teach students how to incorporate their values into the decision-making process." (p. 296).

Deze insteek heeft een keerzijde die sommige auteurs doet afschrikken. Door namelijk op het beslissingsproces te zitten, blijft er ook ruimte over voor de "bewust oneerlijke/niet-integere student/manager/beroepsbeoefenaar": de persoon die rekening houdt met alle codes, alle tradities en belanghebbenden maar die desondanks toch kiest voor het onwenselijke. Wel of niet voortkomend uit eigen persoonlijke waarden.

Anderzijds, van onbewust onethisch handelen zal mogelijk weer minder snel  sprake zijn binnen de benadering van Oddo (een goed iemand die onbedoeld en met de beste intenties toch slecht handelt). Het vooropstellen van het beslissingsproces binnen ethiekonderwijs zou dit moeten voorkomen.

Terzijde
Oddo sluit het artikel af met het onderdeel Assessment en concludeert enkel dat hier nog veel onderzoek naar gedaan moet worden.

Relevantie
- Duidelijke keuze voor het morele beslissingsproces (en niet de inhoud of het vooropstellen van bepaalde waarden in het gedrag)
- Kort overzicht van mogelijke aanpakken binnen ethiekonderwijs
- Korte weergave discussie wel/niet geïntegreerd ethiekonderwijs

Geen opmerkingen:

Een reactie posten